Op 5 oktober was de 5e regionale raadsbijeenkomst over de RES Rivierenland. Deze keer niet op een mooie, grote locatie in Rivierenland, maar met tafelgasten vanuit een studio met ruim 80 deelnemers die via Zoom deelnamen aan de online bijeenkomst. Centraal stonden de inhoudelijke afwegingen bij de RES 1.0, de rol van Liander, de netefficiëntie en de participatie van inwoners, met speciale aandacht voor jongeren.
In het eerste deel van de avond werden de raadsleden bijgepraat over de stand van zaken. Dat gebeurde, net als in de vorige bijeenkomst in januari in een talkshowsetting, geleid door Marcel Collignon van Sustainable Change. Bij hem aan tafel zaten Joost Reus, voorzitter van de stuurgroep RES Rivierenland, Marloes Tonen, relatiemanager bij Liander en Anne Schipper, voorzitter van Jong RES.
Joost Reus geeft in zijn introductie aan dat deze bijeenkomsten voor raadsleden belangrijk zijn: “Ik wil dat raadsleden goed geïnformeerd zijn over welke stappen we gaan zetten, en dat ze mee kunnen praten om het regionale verhaal sterker te maken.”
Waar staan we in het proces?
Joost Reus: “Dit is de 5e regionale bijeenkomst. In januari ging het vooral over de Concept RES, daarna is er in de lokale raden een vrij intensief proces geweest. In elke gemeenteraad is de Concept RES nog een keer toegelicht en uitgebreid besproken en uiteindelijk ook vastgesteld in alle gemeenteraden. En nu buigen we ons over de vraag hoe we de volgende stappen zetten richting de RES 1.0.” Alle acht gemeenteraden stemden in met de Concept RES, die op 1 juli 2020 is ingeleverd bij het Nationaal Programma RES. “We hebben in de Concept RES gezegd dat we streven naar een verdubbeling van het conceptbod van 0,632 TWh en moeten nu gaan kijken wat dat dan betekent. Het moet een solide bod zijn, het moet dus uitvoerbaar zijn. Daar gaan we het vanavond over hebben. En over hoe we de inwoners betrekken.”
Regionale verkenning
Joost Reus legt uit hoe de regionale verkenning voor de RES 1.0 eruit ziet. Uit de ruimteateliers kwamen criteria naar voren die meegenomen worden in het vinden van locaties voor zon en wind: zoveel mogelijk zon op dak, ontzie kwetsbare landschappen (het Lingelandschap en natuurgebieden), kijk of je kunt aansluiten bij bestaande infrastructuur (A2 en A15 worden genoemd) en zorg voor een eerlijke verdeling over de gemeenten. “En we moeten aan de slag met de netwerkcapaciteit. We gaan alle zoekgebieden goed bekijken, gezamenlijk de lokale en regionale belangen afwegen en checken bij de raadsleden of zij dit ook de juiste stappen vinden. De uiteindelijke locaties worden lokaal vastgesteld. Centraal staat dat het een regionaal bod is, gesteund met lokale besluiten én aandacht voor de vraag hoe we inwoners hierbij betrekken.”
Bekijk hier de dia’s over de inhoudelijke afwegingen (pdf)
Systeemefficiëntie en de rol van Liander
De rol van Marloes Tonen is die van adviseur. Zij brengt kennis en kunde in bij de RES en zorgt dat de effecten van keuzes goed te duiden zijn in ruimte, tijd en geld. Zij benadrukt het belang van regionale samenwerking: “Met het indienen van de Concept RES komt de energietransitie in een versnelling. En de capaciteit die er is en het netwerk dat we willen aanleggen beperkt zich niet tot de gemeentegrenzen. Dat willen we graag regionaal aanpakken. We hebben behoorlijke uitdagingen en aan het einde van de rit willen we natuurlijk graag dat onze huizen warm zijn, dat het licht brandt en dat de energienota betaalbaar blijft. En dat zijn echt dingen die we in de regio samen met elkaar moeten regelen. “
Marloes Tonen geeft ook aan dat systeemefficiëntie belangrijk is. Het gaat erom het energienetwerk zo slim mogelijk te gebruiken en te ontwerpen. Overdag schijnt de zon, ’s nachts waait het. Dus je moet een goede balans zoeken. Alleen inzetten op bijvoorbeeld zon is ongunstig voor de netcapaciteit. “In de Concept RES van Rivierenland zit de balans zon en wind er al heel aardig in. De uitdaging is richting de verdubbeling of verhoging dat nog efficiënter met elkaar te gaan doen.” Er is veel mogelijk, blijkt uit haar toelichting, maar het moet wel kostenefficiënt blijven. De bouw van een onderstation kost 7 jaar en veel ruimte én geld, dus hoe meer onderstations, windmolens en zonnepanelen je kunt combineren, hoe meer kosten we besparen.
De rol van de netbeheerder in de RES wordt duidelijk in de animatie.
Participatie van inwoners én jongeren
Aan tafel zit ook Anne Schipper, landelijke voorzitter van Jong RES. Zij gaat in op de deelname van jongeren in het RES-proces: “Wat me opvalt is dat alle RESsen heel graag de jongeren willen betrekken en zien dat dat nodig is, maar ze weten gewoon niet hoe. Wij hebben ook niet het magische antwoord, het is heel lastig, maar ook heel belangrijk dat het voornamelijk om hun energievoorziening gaat. Wij moeten het straks doen met de windmolens en zonnevelden, want die kolencentrales die draaien straks niet meer.”
Het Nationaal Programma RES is onderzoek aan het doen onder jongeren met de vraag over hoe zij betrokken willen worden bij de RES. Het rapport komt eind oktober uit, maar Anne deelt alvast een paar opvallende resultaten: “Jongeren willen geen bijeenkomsten zoals ruimteateliers en energiecafés, ook niet als er pizza is. De jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 willen het liefst via hun school geïnformeerd worden. Jongeren in de leeftijdscategorie 18 t/m 30 geven er de voorkeur aan via een mail, brief of een enquête geïnformeerd of om hun mening gevraagd te worden. Maar als nummer één in de voorkeuren komt toch boven: social media.”
Op de vraag of we influencers zouden kunnen inzetten bij het betrekken van jongeren, geeft Anne Schipper aan dat ze hierover heeft zitten sparren met haar collega Anne Bolster, coördinator van Jong RES Oost die hier in de regio zit. “Influencers hebben veel bereik en dat is goed. Het is een abstract onderwerp, dus zo kun je mensen misschien prikkelen om een enquête of een poll in te vullen. Dus zet een influencer bij windpark Deil, met een selfie en de oproep ‘Wil je meepraten over waar nog meer windmolens kunnen komen? Meld je aan’.” Anne Schipper kaart ook aan dat je nu vooral het geluid hoort van de mensen die tegen zijn, van de weerstand. Dus het is goed om de jongeren te betrekken, want die zijn grotendeels wel voor duurzame energie, blijkt uit onderzoek.
Joost Reus gaat in op het betrekken van inwoners. “Als regio staan we vrij ver van de inwoners af. Maar wij hebben gezegd dat iedereen die mee wil doen, die kans moet krijgen. We hebben een website en nieuwsbrief, dus iedereen die zich aanmeld kan mee doen. Tegelijkertijd kunnen de lokale gemeenten veel makkelijker hun inwoners bereiken, dus zij moeten het gesprek aan gaan met de burgers. Dat gebeurt op sommige plekken ook al, zoals in Buren en bij de energiecafés in Zaltbommel.”
Deelsessies
Na het plenaire deel, begonnen de deelsessies. Vier groepen richtten zich op de inhoudelijke afwegingen, vier anderen gingen aan de slag met de procesparticipatie voor inwoners. Alle inbreng werd verzameld op een digitaal whiteboard. Bij elke groep was een van de wethouders van de acht regiogemeentes de gespreksleider. Zij gaven in een pitch van 1 minuut een terugkoppeling van wat er in de groepen besproken was. Veel gehoord was de wens om aan te sluiten bij bestaande infrastructuur zoals de A15 en de roep om participatie van inwoners.
Meer weten?
Lees het volledige verslag van de regionale raadsbijeenkomst (pdf) en bekijk de dia’s over de inhoudelijke afwegingen (pdf).